+ + Oude Testament + Deuterocanonieke boeken + Nieuwe Testament
Genesis
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 50 %
Gen. 50
50:22 Jozef 1) woonde in Egypte,
hij en het huis van zijn vader,
Jozef leefde honderdtien jaren.
23 Jozef zag van Efraïm de derde generatie,
De kinderen van Machir, de zoon van Manasse
werden zelfs 2) geboren op de knieën van Jozef.
24 Jozef zei tegen zijn broers:
Ik sterf
maar God zal zeker naar jullie omzien
en jullie doen opgaan vanuit dit land
naar het land dat hij zwoor aan Abraham, Izaäk en Jakob [te geven].
25 Jozef liet het de zonen van Israël zweren met de woorden:
God zal zeker naar jullie omzien.
Laten jullie dan mijn beenderen opgaan van hier.
26 En Jozef stierf, als honderdtienjarige,
Ze balsemden hem en legden hem in zijn kist
in Egypte.

1vertaling door Jozef Zuur
2גַּם BDB geeft als toelichting dat dit bijwoord ook de taak heeft het volgende woord te benadrukken. Of zelfs een climax aan te kondigen.